Groepsverzekering en overlijden, wat nu?

Verschillende werknemers ontvangen een groepsverzekering als aanvullend loonvoordeel. Dankzij deze groepsverzekering ontvangen de werknemers een aanvullende kapitaalsuitkering op het moment dat hij of zij op pensioen gaan. Andere groepsverzekeringen bieden dan weer dekking tegen een risico van vroegtijdig overlijden aan de nabestaande. Maar wat bij een groepsverzekering als aanvullend pensioen wanneer de werknemer voor de pensioengerechtigde leeftijd overlijdt?

Het principe: het opgebouwde bedrag komt toe aan de begunstigde

Wanneer een werknemer overlijdt voor de einddatum van de groepsverzekering, dan zal het opgebouwde kapitaal worden uitgekeerd aan de begunstigde zoals vermeld in de verzekeringspolis. Hou er rekening mee dat zo een aanvullende uitkering bij overlijden contractueel moet worden voorzien. Het kan perfect zijn dat de groepsverzekering enkel een risico ‘overleven’ dekt, waardoor er geen kapitaalsuitkering is bij overlijden voor de pensioenleeftijd. De meeste types groepsverzekering bieden echter een gecombineerde risicodekking aan waardoor er altijd een uitkering zal volgen, hetzij aan de werknemer, hetzij aan de nabestaanden van de werknemer.

Concreet kunnen zich de volgende hypotheses voordoen:

– Dekking bij leven: de groepsverzekering zal een uitkering aanbieden wanneer de werknemer op de pensioenleeftijd nog in leven is. Is de werknemer voor de pensioenleeftijd overleden? Dan volgt er geen uitkering.

– Dekking bij overlijden: de groepsverzekering zal een uitkering aanbieden aan de nabestaanden wanneer de werknemer voor de pensioenleeftijd komt te overlijden. Leeft de werknemer nog voor de pensioenleeftijd? Dan volgt er geen uitkering.

– Gemengde dekking: er zal zoals hiervoor gesteld, steeds een uitkering volgen. Wanneer de werknemer nog leeft op de pensioenleeftijd ontvangt hij het kapitaal zelf, is hij voor de pensioenleeftijd komen te overlijden dan ontvangen de nabestaanden het opgebouwde kapitaal.

Toepasselijk sociale zekerheidssysteem

In het kader van de groepsverzekering voor werknemers (anders verwoord: loontrekkenden) is het volgende sociale zekerheidssysteem van toepassing. Wanneer de werknemer komt te overlijden, wordt er van het opgebouwde kapitaal alsook de winstdeelnames een RIZIV-bijdrage van 3,55% afgehouden. Deze bijdrage wordt aangevuld met een solidariteitsbijdrage, die varieert tussen de 0 en 2% afhankelijk van het brutobedrag van het opgebouwde kapitaal. De gehanteerde kapitaalsgrenzen variëren tevens of men al dan niet een gezinslast heeft. Beknopt gesteld: hoe lager het bedrag waarop men recht heeft alsook hoe groter de gezinslast die men behoort te dragen, hoe lager de solidariteitsbijdrage zal zijn.

Naast deze sociale zekerheidsbijdragen houdt de fiscus een belastingpercentage van 16,50% af. Dit percentage is enkel van toepassing wanneer de werkgever het bedrag van de groepsverzekering heeft gefinancierd. (Bijvoorbeeld: Annemarie ontvangt via haar werkgever maandelijks 90 EUR in de groepsverzekering. Annemarie zal het geld nooit werkelijk in handen krijgen, maar ontvangt de storting wel op haar naam in de groepsverzekering. Binnen dit systeem financiert alleen de werkgever de groepsverzekering, waardoor het belastingpercentage van 16,50% van toepassing is). Op de winstdeelnames zijn geen belastingen verschuldigd, op voorwaarde dat ze op hetzelfde moment als het kapitaal worden uitbetaald.

Toepasselijke successierechten

Wat wanneer de werknemer overlijdt? Behoren de nabestaanden dan successierechten te betalen? Wanneer de begunstigde de echtgenoot/echtgenote is of een kind jonger dan 21 jaar, zijn er geen successierechten verschuldigd.

Opgelet: deze vrijstelling geldt enkel voor de begunstigden in de enge zin. Wie geen echtgenoot/echtgenote is of kind jonger dan 21 jaar, geniet niet van de gunstregeling. Andere begunstigden van de groepsverzekering behoren wel successierechten/erfbelasting te betalen. Het percentage waaraan men onderworpen is, wordt bepaald door de afstand tussen de overledene en de begunstigde. Sinds de wijzigingen inzake erfbelasting zijn successierechten een gewestelijke bevoegdheid. De toepasselijke tarieven op vlak van erfbelasting verschillen bijgevolg van gewest tot gewest.

Sinds een goede drie jaar zijn de algemene begunstigingsregels binnen de groepsverzekering aangepast. Wanneer binnen de groepsverzekering overeenkomst ‘de wettelijke erfgenamen’ (zonder concrete naam/namen) als begunstigde(n) worden aangeduid, komt het opgebouwde kapitaal en de winstdeelname toe aan de nalatenschap van de overledene. Wat is het verschil met de voorgaande situatie?

Bedrag komt toe aan ‘de wettelijke erfgenamen’: het verzekerd kapitaal wordt gelijk verdeeld tussen de personen die krachtens de wet als erfgenaam in aanmerking komen. De wettelijke erfgenamen slaat dus terug op het wettelijk erfrecht, los van het bestaan van een testament.

Bedrag komt toe aan ‘de nalatenschap’: het opgebouwde kapitaal wordt uitgekeerd op basis van de graad van verwantschap tussen de overleden werknemer en de erfgenaam. Binnen de nalatenschap wordt er wel rekening gehouden met het bestaan van een testament. Wanneer een erfgenaam de nalatenschap weigert, doet
hij tevens afstand van zijn breukdeel in de groepsverzekering.

Wanneer een werknemer wenst dat het opgebouwde kapitaal en de winstdeelname op gelijke wijze worden verdeeld tussen de wettelijke erfgenamen, dan moet hij wellicht de begunstigingsclausule van de groepsverzekering aanpassen. Bij ‘de wettelijke erfgenamen’ als begunstigde(n) wordt er geen rekening gehouden met het bestaan van een testament. Bij ‘de nalatenschap’ als begunstigde(n) wordt er wel rekening gehouden met een testament.

Opgelet: een begunstigingsclausule kan enkel worden herroepen tot zolang de begunstigde de begunstiging niet heeft aanvaard. Van zodra de begunstigde de begunstiging heeft aanvaard, heeft men geen mogelijkheid meer om iemand anders aan te wijzen. Het recht van herroeping kan uitsluitend worden uitgeoefend door de werknemer, niet door zijn nabestaanden.