Als mensen werken we ons hele leven hard om op een bepaald moment dan eindelijk op pensioen te kunnen gaan. Op moment van schrijven geldt in België een pensioenleeftijd van 65 jaar, maar vanaf het jaar 2030 wordt deze nog maar eens opgetrokken naar 67 jaar. De actuele, gemiddelde levensverwachting van mensen in België is gelegen op ongeveer 82 jaar.
Dit betekent in de praktijk dat je gemiddeld ongeveer 15 jaar van jouw pensioen zal moeten kunnen leven. Hoeveel geld moet je dan precies hebben gespaard om ook tijdens je pensioen dezelfde levensstandaard aan te kunnen houden als toen je nog aan het werk was? Dat is een zeer belangrijke vraag die we graag voor jou beantwoorden hier in dit artikel!
Inhoudsopgave
Hoe vindt de berekening van je pensioen plaats?
Wanneer je op pensioen gaat is het zo dat er eigenlijk twee financiële zaken zijn waar je een beroep op kan doen voor het in stand houden van jouw levensstandaard. Het gaat hierbij om:
- Het wettelijk pensioen dat je elke maand ontvangt;
- Het geld dat je zelf voor jouw pensioen hebt gespaard;
Bij het berekenen van je wettelijk pensioen wordt er in België rekening gehouden met drie belangrijke factoren, namelijk:
- Hoeveel jaren je hebt gewerkt;
- Het brutoloon dat je hebt ontvangen;
- De gezinstoestand;
Voor elk jaar dat je hebt gewerkt zal er door de pensioendienst worden berekend hoeveel je precies hebt verdiend. Dat bedrag wordt geherwaardeerd naargelang het jaartal. Vervolgens delen ze dit door het aantal loopbaanjaren. Indien je wil kunnen genieten van een volwaardig pensioen zijn dat er in totaal (minimum) 45.
Dit bedrag wordt op zijn beurt terug vermenigvuldigd met 60 procent. Dit echter tenzij je bent getrouwd met iemand die een zeer laag pensioen krijgt. In dat geval vindt er een vermenigvuldiging van dat bedrag plaats met 75 procent. De som van alle verschillende pensioenaandelen zal dan uiteindelijk jouw jaarlijkse pensioen vormen.
Hoeveel wettelijk pensioen zal je ongeveer ontvangen?
Grofweg is het zo dat je jouw wettelijke pensioen kan berekenen door je gemiddelde loon maal 60 procent te doen. Althans als je 45 jaar hebt gewerkt. Heb je bijvoorbeeld tijdens je carrière kunnen rekenen op een gemiddeld brutoloon van 3.500 euro? Dan betekent dat, dat je pensioen ongeveer 2.100 euro bruto zal bedragen. Dat is dus een significant verschil ten opzichte van het bruto inkomen waar je al die jaren op hebt kunnen rekenen. Dit gezegd hebbende worden gepensioneerden vaak ook met veel lagere kosten geconfronteerd. Zo is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat de hypotheek die je jarenlang hebt afbetaald inmiddels volledig is terugbetaald.
Vaak wordt er in de praktijk vanuit gegaan dat iemand ongeveer 80 procent van diens brutoloon nodig heeft om comfortabel te kunnen leven. Dit zou dan in ons voorbeeld neerkomen op 2.800 euro of toch zo’n slordige 700 euro meer dan het wettelijk pensioen zal bedragen. Omdat er hierbij rekening wordt gehouden met een bruto pensioen kan er worden gesteld dat die 700 euro echt als minimum moet worden aanzien.
Uitgaande van een pensioenleeftijd van 65 jaar op moment van schrijven en een gemiddelde levensverwachting van 82 jaar betekent dit dat je (minstens) 204 (17 x 12) keer 700 euro opzij moet hebben staan. Dit komt overeen met een bedrag van zo’n slordige 142.800 euro. Word je uiteindelijk ouder dan 82 jaar? Dan spreekt het voor zich dat het bedrag dat je tijdens je pensioen nodig hebt nog een stuk hoger zal liggen.
Een andere vuistregel: 85 keer je nettoloon sparen
Door de jaren heen hebben verschillende financiële experten gesteld dat mensen als vuistregel zouden moeten hanteren om (minstens) 85 keer hun gemiddelde nettoloon opzij te zetten voor hun pensioen. Heb je dus met andere woorden een nettoloon van 3.000 euro per maand? Dan komt dat overeen met een totaal spaarbedrag voor je pensioen van 255.000 euro.
Hoe kan je sparen voor je pensioen?
Wil jij ook graag gaan sparen voor je pensioen? Dan zal je vast kunnen stellen dat er daarvoor op de Belgische markt tal van verschillende mogelijkheden voor aangeboden worden. We maken eigenlijk een onderscheid tussen drie verschillende opties die we hieronder graag wat meer in detail voor jou op een rijtje zetten. Zo kan jij ook voor jouw situatie de beste keuze maken.
1.) Door middel van een pensioenspaarrekening
De eerste optie die wordt aangeboden is de zogenaamde pensioenspaarrekening of een pensioenspaarfonds. Voor deze formule geldt dat er niet alleen sprake kan zijn van een fiscaal voordeel, daarnaast is het ook nog eens zo dat je aanspraak kan maken op een zeker minimumrendement. De balans wordt bij deze vorm van pensioensparen opgemaakt aan het einde van het jaar waarbij de winst waar je aanspraak op kan maken wordt bepaald aan de hand van de evolutie die de beurs in dat jaar heeft gemaakt.
2.) Door middel van een pensioenspaarverzekering
De tweede optie die wordt aangeboden is de zogenaamde pensioenspaarverzekering die wordt afgesloten bij een (hoe kan het ook anders) verzekeringsmaatschappij. Ook hierbij is het zo dat je aanspraak maakt op een bepaald minimumrendement. Aanvullend is het echter wel zo dat je ook nog eens een bepaalde jaarbonus kan ontvangen. Hoeveel die jaarbonus precies bedraagt zal afhankelijk zijn van de beleggingsresultaten die de verzekeraar weet te boeken. Of je nu uiteindelijk kiest voor een pensioenspaarrekening of een pensioenspaarverzekering zal uiteindelijk altijd grotendeels worden bepaald door het risicoprofiel waarover je beschikt.
3.) Door zelf geld te sparen voor later
Je hoeft er in principe helemaal niet voor te kiezen om een speciale pensioenspaarrekening te openen wanneer je geld opzij wil zetten voor later. Je kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen om gewoon een standaard spaarrekening te openen waar je geld op kan sparen voor later. Dit gezegd hebbende zijn hier een aantal niet onbelangrijke nadelen aan verbonden, namelijk:
- Je ontvangt in dit geval geen fiscaal voordeel waardoor je veel geld verliest;
- De kans bestaat dat je een gedeelte van dit spaargeld vroegtijdig opvraagt;
Het interessantste aan één van de specifieke pensioenspaarformules die op de markt zijn terug te vinden is dat je als het ware verplicht wordt om de spaartegoeden aan te houden tot je daadwerkelijk in pensioen bent. Bovendien zorgt het fiscaal ervoor dat je niet hoeft te wachten om voordeel te ontvangen op je pensioenspaartegoeden tot je echt op pensioen bent.
Laatst bijgewerkt op 20 november 2024 door Jan van Hamme.